maandag 24 augustus 2009

De avonturen van sponsje in Ijsland

Zoals bekend is afwassen een activiteit van mannen, vrouwen kunnen dat niet, helaas. Gelukkig kunnen vrouwen wel ondersteunende activiteiten leveren tijdens het afwassen, maar de algehele coordinatie moet ik toch altijd weer zelf op me nemen. Helaas heb ik de laatste tijd wat problemen met de structurele ondersteuning en moet ik dus naast de coordinatie ook het handwerk zelf doen. Maar daar wil ik het nu even niet over hebben. Het gaat nu om het gebruik van een afwaskwast of een spons. Inderdaad een spons! Wij zijn in Nederland gewend om het vaatwerk goed schoon te maken en daarvoor gebruiken wij een afwaskwast. De vaat wordt onder water gedompeld en met ferme halen wordt het vuil er af geboend. Een prima methode die al sinds mensenheugenis wordt gebruikt.



Ik kreeg echter onlangs het advies van iemand uit België (het Waalse gedeelte, inderdaad) om de vaat niet met een kwast te doen maar met een sponsje. Volgens haar (vrouwelijk advies, ook dat nog) maakt dat de afwas veel schoner. Je wilt natuurlijk cool overkomen, laten zien dat je met de tijd meegaat en dat jij nog veel te jong bent voor een bezoek aan de seniorenbeurs. Dus neem je een dergelijk advies serieus. En ga je een tijdje de afwas doen met een sponsje. Ik kan slechts 1 welgemeend advies hierover geven: niet doen! De afwas wordt niet schoon, de jus komt onder je nagels te zitten en de afwaskwast lacht je uit. Gelukkig verdween de dame in kwestie weer snel naar haar geliefde Wallonië en had de kwast het weer voor het zeggen.


Het verhaal kreeg echter nog een staartje, dat wil zeggen voor het sponsje. Vanwege een lang geleden afspraak gingen wij onlangs op vakantie naar Ijsland. Over dat land is natuurlijk veel te vertellen, maar dat zal ik bij een andere gelegenheid nog wel eens doen. Aangezien wij om de kosten te drukken ook af en toe zelf ons eten wilden klaar maken, zaten we dus ook met het probleem van de afwas. Nu had mijn Waalse adviseuse gezegd dat alleen in Nederland de afwas met een kwast wordt gedaan, de rest van de wereld gebruikt een sponsje. Toen wij tot overmaat van ramp boven de 20 kilogram per koffer dreigden uit te komen, had ik nog maar 1 oplossing: de afwaskwast thuislaten en het sponsje meenemen. Natuurlijk verheugde het sponsje zich op de reis, hij was nog nooit in Ijsland geweest. Maar hij had gehoord dat er grote Geisers waren en dat betekent grote afwas in zijn ogen, de stumper. Al bij de eerste gelegenheid dat wij zelf hebben gekookt ging het mis. Alle keukens in Ijsland beschikken over een afwaskwast, en zo hoort het ook. Het sponsje bleef dus in de koffer en heeft niets van Ijsland gezien. Tot in Reykjavik. Dat was de laatste plaats waar we zouden overnachten en daarom werd de koffer weer opnieuw ingepakt. En zo kwam het sponsje weer tevoorschijn. Ik moet zeggen dat ik toen wel medelijden met het sponsje kreeg. Het was immers niet zijn schuld, maar de schuld van de Waalse. Dus hebben we het sponsje een dag meegenomen om het Reykjavik te laten zien. Hij heeft werkelijk genoten.
















Veel water (regen!), cultuur (een nagespeeld gevecht tussen de Russen en de politie) en natuurlijk de plaatselijke eetgewoontes (uitgebreide visbuffets). Ik hoop niet dat onze afwaskwast deze foto's ziet, want dan wordt hij vast groen van jaloezie. Maar goed, hij mag de afwas doen en dat mag het sponsje niet (meer). Vaak zullen we het sponsje denk ik niet meer zien, aan het eind van zijn vakantie is hij verliefd geworden op een papagaaiduiker en ze denken er over om te gaan trouwen. Mocht het zover komen dat er kinderen uit dit huwelijk worden geboren, dan zal ik daarvan zeker de foto's op internet zetten, want ze hebben beloofd dat ik de peetvader mag worden.

zondag 7 juni 2009

Geert Wilders wordt premier

Als je de laatste verkiezingsuitslag bekijkt dan is er een redelijke kans dat Geert Wilders in de toekomst premier wordt van Nederland. Een deel van de nederlanders vindt dat vreselijk en daarom wil ik ze nu even geruststellen. Er zijn namelijk een aantal redenen waarom dit helemaal niet erg is:
  1. De nederlander is chronisch ontevreden. De afgelopen 10 jaren waren fantastisch in Nederland, we hadden een ongekende welvaart en vrijheid. Toch zijn we ontevreden en daarom stemmen we op de PVV. Je mag verwachten dat de nederlander niet plotseling tevreden wordt als de PVV de leiding neemt. Dus na 4 jaar stemmen we op de volgende gek die zegt dat hij de haagse kliek wel eens zal aanpakken.
  2. De nederlander is burgerlijk ongehoorzaam. We houden ons nu niet aan de regels, dus waarom zouden we ons aan de regels houden die het kabinet Wilders ons oplegt? Kortom, we gaan door zoals we bezig waren en laten ons maar beperkt beinvloeden door de overheid.
  3. De afgelopen jaren hebben we Balkenende doorstaan. Hoewel je in sommige opzichten ook Balkenende een gevaarlijke zot kan noemen heeft hij niet veel invloed gehad doordat diverse verstandige ministers hem niet raadplegen als er een crisis is. Ook de PVV kan niet alleen regeren en er zullen dus toch een paar verstandige ministers in een dergelijk kabinet komen.
  4. Nogmaals de vergelijking Balkende/Wilders. Dit doet mij denken aan een amerikaan die ik destijds vroeg of hij niet bang was dat Ronald Reagan schade in het land ging aanrichten. Zijn antwoord was: "we had a clown (Jimmy Carter) for 4 years, now we have an actor. So what's the difference?"
  5. Kijk eens in Europees verband. Met Balkenende zijn we een grijze muis, waarvan er meer zijn in Europa. Met Wilders hebben we de evenknie van Berlusconi in huis. Berlusconi wordt niet voor vol aangezien, maar desondanks gaat het in Italië helemaal niet slechter dan vóór Berlusconi. Je leert dus leven met dit soort idioten als premier.
  6. De PVV wil de koran verbieden, evenals de islam. Stel dat ze daar binnen nederland in slagen, dan is hun missie voltooid en kunnen ze zichzelf opheffen. Maar veel waarschijnlijker is het dat dit niet lukt. Dat betekent dat ze dagelijks met dit item in het nieuws zullen zijn. Aangezien de PVV op alle andere terreinen geen eigen mening heeft zal het voor pakweg 80% van de bevolking niet merkbaar zijn dat de PVV in de regering zit.

Erg is het dus niet, maar wel lastig. Want je moet iedere dag in het journaal naar die geblondeerde kop kijken omdat hij weer iemand heeft uitgescholden of beledigd. Ook zullen we op vakantie in het buitenland voortdurend worden lastiggevallen door mensen die ons vragen hoe we in gods (of allah's) naam die gek kunnen accepteren.

Maar nogmaals, erg is het niet. We zullen er geen oorlog door krijgen. We zullen onze vrijheid niet op hoeven geven. En we zullen nog steeds onze welvaart kennen. Dat komt omdat Nederland goed geïntegreerd is in de wereld en de hollandse koopmansgeest al heel lang beseft dat je best een gek als premier mag hebben, maar dat je bij het zaken doen verstandig moet handelen.

Daarom maak ik mij geen zorgen over Wilders als premier, maar veel meer over de milieuverontreiniging en de veranderingen in het klimaat.

dinsdag 14 april 2009

Paraphysische interactie

Onlangs kreeg ik een artikel in wording te lezen over parasociale interactie. Ik mag nog niet zeggen van wie en waar het precies over gaat, want dan is het nieuwe er al voor de publicatie vanaf. Parasociale interactie is dus zoiets als dat je tegen elkaar praat, maar niet echt. Dus zoals bijvoorbeeld een presentator in de studio die net doet alsof hij tegen jou praat. En jij praat terug alsof hij je kan verstaan. Beide personen weten dus min of meer van elkaar hoe ze reageren terwijl dat op heel verschillende momenten gebeurd.

Nu weet ik dat de sociale wetenschappen nog niet zo lang geleden niet de moeite waard werden gevonden. Totdat men in de gaten kreeg dat je best zinnige dingen kon zeggen over menselijke interacties. Maar veel van die studies staan nog in hun kinderschoenen. En als echte kinderen pronken ze daar ook mee. Helaas blijven het kinderschoenen. Toen ik dus hoorde van de parasociale interactie ben ik eens gaan kijken wat de natuurkunde, een oude en degelijke wetenschap, daar zo'n 70 jaar terug over heeft gezegd. Interacties zijn in de natuurkunde uitgebreid bestudeerd en ook actie op afstand. De velden theorie beschrijft dit uitgebreid. Twee voorwerpen hoeven elkaar niet aan te raken om toch een interactie te hebben. Als je bijvoorbeeld een stuk papier tussen twee magneten zet dan voelen ze elkaar nog wel, ook al zien ze elkaar niet.

Maar met die parasociale interactie is iets geks aan de hand. Je weet al hoe de ander reageert voordat hij het heeft gedaan. Of althans, je weet niet of hij al heeft gereageerd, maar je weet wel hoe hij reageert. Als de opnamen bijv. zijn gemaakt weet de presentator al hoe de mensen zullen gaan reageren ook al is het programma nog niet uitgezonden. Dit is in principe strijdig met een natuurwet, namelijk dat de informatie nooit sneller kan gaan dan de lichtsnelheid. Volgens de natuurkunde kan dus de presentator niet weten hoe jij gaat reageren als hij iets zegt. Daar zal toch een (kort) tijdverschil tussen moeten zitten. Het probleem van de parasociale interactie lijkt daarmee op de Einstein, Podolski & Rosen (EPR) paradox[1]. Voor degene die dit beroemde artikel niet kennen even heel kort de inhoud. Informatie kan niet sneller gaan dan de lichtsnelheid. Stel nu dat ik een interactie heb waarbij een rode en een blauwe bal vrijkomen. Die ballen komen alleen vrij bij dat ene proces. Dus als ik een rode bal vind dan weet ik dat er ergens een blauwe bal is. Ik neem dus een rode bal waar, maar met die waarneming krijg ik op hetzelfde moment ook informatie over de blauwe bal. Maar die blauwe bal bevindt zich ergens anders, dus ik kan hem nog helemaal niet waarnemen. Immers, het licht en dus de informatie is nog onderweg. Einstein heeft dit voorbeeld gebruikt om aan te tonen dat de quantummechanica niet volledig kan zijn. Lange tijd heeft deze paradox bestaan totdat Bell [2] er op een zeker moment een oplossing voor heeft gevonden waardoor de grondgedachte van de quantummechanica overeind bleef.

Als ik de ervaring uit de natuurkunde ga extrapoleren naar de sociale wetenschappen, dan betekent dit dat over ongeveer 30 jaar het probleem van de parasociale interactie is opgelost. Dat maakt de beginnende wetenschapper die nu aan het probleem werkt dus nog wel mee. Een interessant vooruitzicht, en een extra stimulans om de communicatiewetenschappen met veel belangstelling te blijven volgen.


[1] Einstein, A.; Podolsky, B.; and Rosen, N. "Can Quantum-Mechanical Description of Physical Reality Be Considered Complete?" Phys. Rev. 47, 777-780, 1935.

[2] J.S. Bell, On the Einstein-Poldolsky-Rosen paradox, Physics 1, 195-200 (1964)

dinsdag 24 februari 2009

Nijo Castle



Zoals ik in mijn vorige blog al zei ga ik nu iets vertellen over een kasteel. Het gaat om Nijo Castle in Kyoto. Kastelen in Japan zien er iets anders uit dan de kastelen die wij in Europa uit de middeleeuwen kennen. Maar ook in Japan is een kasteel een verdedigbare plaats. Dat kun je zien aan zijn plattegrond:




Natuurlijk heeft ook dit kasteel een gracht en een ophangbrug. Als je daarover naar binnen loopt dan kom je op een binnenplaats. En daar staan een aantal zeer vriendelijke dames die (zeggen ze) in alle talen gratis uitleg geven over het kasteel en een rondleiding geven. Wij hebben natuurlijk de mooiste uitgezocht en engels als taal gekozen. Logisch, met twee Duitsers, een Deen en een Nederlander. En inderdaad sprak onze gids uitstekend engels, al verontschuldigde ze zich regelmatig dat haar engels zo slecht was. Tja, het blijven Japanners.


Allereerst de ingangspoort. Daarop zijn een aantal vogels te zien, het symbool van de Ninja die hier heeft gewoond.


Verder is het kasteel van hout. Je mag naar binnen (schoenen uit trekken) en daar vertelt de gids bij iedere kamer wat daar aan de hand was. Helaas mag je binnen geen foto's maken. Het kasteel had vroeger 3 wachtruimtes voor bezoekers. Waar je moest wachten hing af van je rang. Het gewone volk ging naar een wachtruimte met een sobere schildering. Was je belangrijker dan ging je naar een wachtruimte met een fraaie boomschildering op de wand. En was je van adel dan mocht je wachten in de ruimte met prachtige schilderingen van goudverf met tijgers. Men zat overigens op de grond en verder was de ruimte ook behoorlijk kaal. Zelfs de ruimtes van de familie waren kaal, als er werd gegeten dan kregen ze een tafeltje met eten waar ze aan gingen zitten. Na het eten werden de tafeltjes weer weg gehaald. Verder moet het vroeger behoorlijk koud zijn geweest in dit paleis. Wij waren er in januari en van het rondlopen op sokken kreeg ik behoorlijk koude voeten. Vroeger werd er nauwelijks gestookt in de winter.


Een andere bijzonderheid waar de gids met trots over vertelde is dat de houten vloer behoorlijk piept als je er over loopt. Nu zul je denken, kunnen die Japanners met hun verfijnde technieken geen fatsoenlijke vloer maken? Natuurlijk kunnen ze dat, maar dat piepen heeft een reden. Als er vroeger een inbreker 's nachts het paleis binnen sloop dan werd iedereen wakker door dat piepen van de vloer. Eenvoudig, maar effectief.


Je mag binnen dus geen foto's maken. Ook daarvoor is weer een (typisch Japanse) reden. Japanners vinden hun kamers niet echt boeiend en dat klopt ook wel. Waar de Europese kastelen vaak rijk gedecoreerd zijn en vol staan met prachtige meubels, heeft Nijo Castle alleen een prachtige wandschildering, maar verder geen meubels etc. Dus niet interessant om foto's te maken zeggen de Japanners. Nee, voor de Japanner is de tuin het belangrijkste onderdeel van het huis en daar maak je dus foto's van.


En ik moet toegeven, de tuinen in Japan zijn veel mooier dan elders in de wereld. Ze worden dan ook met een nagelschaartje bijgehouden. En natuurlijk zijn er meestal leuke vijvers met vissen.


Zoals gezegd heeft het kasteel ook een muur er om heen en op de hoekpunten is een verhoging zodat ze goed in de gaten konden houden wat er buiten de gracht gebeurde. Vanuit dat punt heb je een goed overzicht over het paleis. Ook zie je dat het een oase van groen is tussen de flats van Kyoto.

Net als in Nederland heeft ook de Japanse jeugd veel interesse in hun geschiedenis. En ze houden natuurlijk ook van de prachtige tuinen. Dus ook zij gaan aan het einde van de dag voldaan en gelukkig naar huis!


maandag 9 februari 2009

Het toppunt van luxe

Wie verre reizen maakt kan veel verhalen. Dat werd zo'n 30 jaar geleden nog gezegd als iemand een reis had gemaakt. En dat klopte toen ook, want als iemand in die tijd naar bijvoorbeeld Italië was gereisd dan kwam hij altijd met veel verhalen terug. Hij (vrijwel nooit een zij) beleefde iets, kwam onderweg bijzondere mensen tegen, had een avontuur meegmaakt, kortom hij wist je altijd wel een verhaal te vertellen. Maar geldt dat nu ook nog? Ik bedoel, als iemand 4 weken op de Maladiven is geweest, weet zo iemand dan meer te vertellen dan iemand die, pak hem beet, naar Texel is geweest? Het reizen is tegenwoordig zo eenvoudig en goedkoop geworden dat 4 weken op de Maladiven even eenvoudig is geworden als 4 weken op Texel. En dan is het soms aangenamer om te luisteren naar de verhalen over Texel dan de verhalen over de Maladiven. Neem bijvoorbeeld Jan Wolkers. Hij wist veel leuker te vertellen over zijn achtertuin op Texel dan de doorsnee badgast op de Maladiven. Dat heb ik onlangs nog weer eens kunnen beluisteren op de tentoonstelling over Wolkers in de Lakenhal in Leiden. Naast verteller was hij ook nog een zeer verdienstelijk schrijver, beeldhouwer en schilder. Waarmee ik maar wil zeggen dat je niet ver weg hoeft te gaan om een boeiend verhaal te kunnen vertellen.

Daarover zat ik zo te mijmeren toen ik iets wilde opschrijven over mijn reiservaringen in Japan. De eerste keer dat je in een land komt zie je de grote atracties, zoals tempels, kastelen, etc. Maar als je het land vaker bezoekt krijg je steeds meer oog voor kleine details, kleine dingen die daar anders zijn dan bij ons. En in verband met Japan wil ik het eens hebben over het "gemak". Dat is natuurlijk niet een geliefd onderwerp van gesprek, maar ik zal het netjes houden. Vroeger was men in Japan primitief vergeleken bij ons in Europa. De behoefte werd in de goot gedaan of in een gat in de grond waar je gehurkt boven zat. Maar zoals we weten is Japan in snel tempo gemoderniseerd en dat geldt ook voor alles rondom de stoelgang. Bovendien zijn de Japanners heel erg goed in het toepassen van electronische snufjes. Daardoor is een bezoek aan het kleine kamertje in Japan nu heel wat moderner dan bij ons. En ik zal dat toelichten aan de hand van de volgende foto:


Als je gaat zitten begint de apparatuur te werken, dat hoor je doordat er een straaltje water ergens gaat lopen en doordat je een zacht zoemend geluid hoort. De eerste keer dat je gaat zitten hoor je dat natuurlijk niet, want dan ben je vreselijk verrast doordat de bril verwarmd is, bijzonder aangenaam. Je kunt de temperatuur van de bril overigens instellen tussen warm en lauw. Met de andere knoppen moet je voorzichtig zijn. De experimenten die ik nu beschrijf kun je beter doen zonder kleren aan, of in badpak. Als het lampje bij preparation niet meer knippert kun je de knop "shower"proberen. Je wordt dan van onderen schoongespoten, de sterkte waarmee dat gebeurt kun je instellen met de knop aan de rechterkant. De knop "stop" is wel handig als je wil dat het ook weer ophoudt. Als je namelijk gaat staan zonder op stop te drukken, kun je gaan dweilen. Er is ook nog een knop "bidet", die is voor de dames bedoeld. Deze knop is afwezig in het herentoilet. Mijn persoonlijk ervaring met deze spoelbeurt is dat het nog kriebelt. Of je schoon word hangt volgens mij af van de grootte van de boodschap. Als je ter controle nog wil navegen is dat lastig, want het papier wordt nat.

Verder wil ik de aandacht nog even vestigen op de gebruiksaanwijzing en met name de waarschuwingen. Naar goed amerikaans gebruik hebben de japanners ook allerlei juridisch verzekeringsteksten aangebracht:

Mocht je baby dus op de bril willen klimmen, zorg er dan voor dat de temperatuur op de laagste stand staat. En verder mag je natuurlijk niet met vieze schoenen op de bril gaan staan.


Goed, zoals ik al zei, als je vaker in een land komt zie je ook de kleine verschillen. Dit is er zo één. De volgende keer zal ik weer gewoon verhalen vertellen over tempels en kastelen.