maandag 20 februari 2017

Familieruzie

In ieder familie is wel een zwart schaap, iemand die zich niet echt wil aanpassen aan de normen en waarden die binnen de familie gelden. Dat kan natuurlijk uit de hand lopen, maar meestal is het meer van ‘oom Henkie doet een beetje gek’. Interessant wordt het als de helft van de familie zich niet aanpast. Dan is de vraag wie is normaal en wie wijkt af niet meer zo eenvoudig te stellen, de buitenwereld moet dan te hulp worden geroepen. Maar wat te doen als die buitenwereld ook verdeeld is? Dan zit er niets anders op om iedereen maar zijn gelijk te geven, dat wil zeggen dat beide groepen zich tevreden terug trekken omdat eens en te meer is vast gesteld dat de anderen mafkezen zijn.
Twee broers die ieder een andere normen en waarden stelsel hebben kunnen heel gemakkelijk ieder de helft van de familie achter zich krijgen. Waarschijnlijk zullen ze niet meer met elkaar praten, maar dat is ook helemaal niet erg zolang ze de ander maar negeren. Een enkele keer zie je dat ze elkaar te vuur en te zwaard bestrijden en dan komen er ongelukken van. Waar de buitenwereld dan een beetje meewarig naar kijkt. Een typisch voorbeeld vond ik de verhouding tussen Boudewijn en Patrick Buch. Boudewijn was de gekke broer die alleen tussen zijn verzameling boeken en uitgestorven Dodo’s leefde. Een leuke zot die ook nog eens regelmatig op reis ging naar verre oorden om op Tahiti zijn fascinatie voor Goethe te laten zien. Toen hij overleed zag je zijn verstandige broer Patrick die heel helder en nuchter over zijn gekke broer kon praten. Totdat het gesprek op de parafernalia van Napoleon kwam waar zijn volle aandacht naar uitging. Daarna was mij niet meer zo duidelijk wie van de twee broers nu gekke Henkie was.
Nog interessanter wordt het als minstens één van de twee broers een politicus is. Bij Pim Fortuin is dat nog behoorlijk goed gegaan, zijn broer is achter hem blijven staan en heeft zijn erfenis goed in de gaten gehouden. Maar het verschil van inzicht in de familie Wilders is van een heel ander soort. Hier beweert de ene broer dat de ander niet deugt. Deze scheuring in de familie loopt echter door in de Nederlandse samenleving. Daardoor is er geen onafhankelijke scheidsrechter meer die kan aanwijzen wie gekke Henkie is en wie de normale standpunten inneemt.

Stel nu dat je de broer van een bekend politicus bent en zelf niet in de politiek actief bent. Er komt een verslaggever op je af die wil weten wat jij van de standpunten van je broer vind. Waarom zou je hem te woord staan? Mogelijk heb je altijd al de pest aan je jongere broer gehad en wil je hem nu eindelijk eens terug pakken. Of je bent jaloers op hem omdat hij steeds met zijn kop op de TV is en jij nooit. Dan is dit je kans om te laten horen hoe jij er over denkt. Maar ik vrees dat de appel niet ver van de stam valt, met andere woorden, net als in de familie Buch zijn beide broers behept zijn met een soort eigendunk waarbij de ander per definitie inferieur is. Ergens hoop ik dat deze casus lijkt op het raadsel van de twee broers waarvan de ene altijd de waarheid spreekt en de ander altijd liegt. Dan hoeven wij alleen maar Paul te vragen op welke partij zijn broer gaat stemmen. Als we daar dan niet op stemmen komt het toch nog goed met dit land. Tenzij Paul de leugenaar is, maar dat verwacht je toch niet van zo’n keurige man…..

Bankzitter

Als je een tijdje zonder  werk zit ben je een bankzitter. Een bankzitter is dus ongeveer hetzelfde als iemand die achter de geraniums zit: hij heeft alle hoop op een volwaardig leven opgegeven. Meestal gaat het om mensen die door oorzaken die ze zelf niet in de hand hebben (bedrijf failliet, ouder dan 65) buiten het arbeidsproces zijn gezet. En niet werken associëren wij met luiheid, tenzij je jong of oud bent want dan is het normaal. Dit arbeidsethos noemen wij calvinistisch, maar het is in zijn huidige vorm pas ontstaan na de industriële revolutie. Calvijn had al ver voor de 19e eeuw zijn schaapjes bekeerd, maar blijkbaar drong de essentie van zijn gedachtengoed wat laat door in de lage landen. Mogelijk hebben die luie papen daar de hand in gehad. Hoe dan ook, wij zien mensen zonder werk nu als een soort moderne landloper. Vooral geen geld geven want daar worden ze nog luier van.
Om die negatieve connotatie te verwijderen verzinnen we andere termen, zoals “in between jobs”. In mijn bedrijf (een detacheerder) worden we VIPpers genoemd. Betekent gewoon “vrij inzetbaar personeel”, briljant gevonden nietwaar? Maar de geur blijft hetzelfde: looser! Zou dit nu veranderen als we steeds meer flexwerkers krijgen die af en toe even moeten uitrusten voordat ze aan de volgende sprint gaan beginnen (scrum is het nieuwste modewoord)? Of zit de calvinistische moraal zo diep geworteld in onze samenleving dat wij er op neer blijven kijken? Maar als meer dan de helft van de werkzame bevolking dit heeft meegemaakt dan kan het toch niet zo abnormaal en verfoeilijk zijn?
De laatste tijd is de discussie over flexwerk weer opgelaaid omdat recente studies  aantonen dat flexwerkers helemaal niet zo veel gelukkiger zijn dan mensen met een vast contract. Daar wil ik mij nu ook in gaan mengen met een nieuw voorstel. Stel nu eens dat je iedereen op een vast contract zet met van beide zijden een opzegtermijn van 1 maand. Dat moet werkgevers toch aanspreken: de ultieme flexibele arbeidsprocedure. Oké, ontslag op staande voet zou nog beter zijn, maar je moet iets weggeven. Wat zou daar voor de werknemer tegenover moeten staan? Dat zou een werkgarantie moeten zijn, alle werkgevers samen zorgen ervoor dat je weer een nieuwe baan krijgt. Dus je krijgt werk, maar je kunt maar ten dele zelf bepalen waar en wat. En mocht dat onverhoopt niet lukken dan krijg je een uitkering ter hoogte van je laatste salaris. Maar… je mag geen werk weigeren zonder consequenties. Dus niemand zit zonder werk, tenzij de markt tegenzit, maar daar kan je niets aan doen (ook al doen politici jou geloven dat zij dat wel kunnen). Als je nu deze gedachte combineert met een basisinkomen dan zou dat heel veel overhead kunnen schelen. Je hebt namelijk geen CWI of UWV meer nodig. Het verdelen van het werk onder de mensen laat je over aan detacheerders, die hebben daar heel veel ervaring mee (neem mijn detacheerder bijvoorbeeld, dan heb je gelijk een hele goede). Het basisinkomen kan via de belasting worden geregeld, omdat daar alle weerstand met een gouden handdruk is vertrokken verwacht ik daarmee geen problemen. Die jonge computer nerds die straks bij de belastingdienst werken hebben dat basisinkomen in een oogwenk geprogrammeerd.
Geen zorgen, werk blijft lonen. Niets houdt je tegen om zelf van baan te veranderen. En ook de salarisonderhandelingen zullen niet veranderen. Mocht er niet voldoende werk zijn in Nederland dan is het een probleem, maar dat is het nu ook. Maar in mijn voorstel hoef je niet je huis op te eten voordat je een basisinkomen krijgt. Wel moeten we nog even nadenken over de bewuste ZZP’ers, de mensen die bedrijfsmatig voor zichzelf willen werken. Hebben zij ook recht op dit systeem? Willen ze überhaupt wel aansluiten bij dit systeem? Kun je er voor kiezen om niet mee te doen? Natuurlijk hoeven ze niet aan te sluiten bij het werkgarantie systeem.

Kortom, wat mij betreft voldoende mogelijkheden om een grondige herziening van ons arbeidsethos te bereiken. Geef iedereen zijn eigen bank dan is het niet gek meer dat hij er af en toe ook op gaat zitten. We zijn immers allemaal aan het werk. En laten we eerlijk zijn, van een basisinkomen kun je echt niet twee keer per jaar op vakantie. 

donderdag 7 november 2013

De weigerambtenaar



We kennen diverse gedoogfuncties en de weigerambtenaar is één van die functies. Maar we willen in Nederland zo langzamerhand wel eens wat minder gaan gedogen en daarom worden die gedoogfuncties geschrapt. Daarom wil men ook de weigerambtenaar wegsturen. Ik pleit er echter voor om de functie van weigerambtenaar te behouden en zelfs te formaliseren. Dus niet langer als gedoogfunctie, maar als officiële functie bij de gemeente. De rol van weigerambtenaar kennen we nu vooral als de persoon die weigert mensen te trouwen, hoewel hij daarvoor wettelijk geen argument heeft. Maar hij vindt persoonlijk dat hij een moreel argument heeft om het paar voor hem niet in de echt te verbinden. Mijn pleidooi is om deze man het wettelijk recht te geven om mensen niet te laten trouwen, dan wel de voorwaarden waaronder ze kunnen trouwen aan te passen. Stel bijvoorbeeld dat een jong stel van pakweg 20 jaar wil trouwen. Ze studeren allebei nog en de ouders van het echtpaar zijn niet erg enthousiast over het huwelijk. Dan is het de taak van de weigerambtenaar om er voor te zorgen dat het huwelijk nog een aantal jaren wordt uitgesteld. Een ander veel voorkomend geval is dat het toekomstig echtpaar geen feest wil geven omdat ze daar geen zin aan hebben, of omdat ze daarvoor het geld niet hebben. Ook in zo’n geval kan de weigerambtenaar het huwelijk uitstellen totdat hij er zeker van is dat alles naar behoren is geregeld. En de belangrijkste rol die ik de weigerambtenaar zou willen geven is dat hij zeggenschap heeft over de datum en de plaats van het huwelijk. Maar al te vaak worden de ouders en andere familieleden verrast doordat er wordt getrouwd op een dag waarop diverse andere activiteiten al waren geplanned. Of het bruidspaar wil het huwelijk in een of ander exotisch oord voltrekken. In dit soort gevallen moet de weigerambtenaar ingrijpen en er voor zorgen dat de huwelijksdatum wordt aangepast, of de plaats wordt veranderd. Zo kan het voorkomen dat iemand in augustus wil gaan trouwen, terwijl er bij iemand uit de naaste kenissenkring een familieuitje is geplanned. Ik vind dat de weigerambtenaar op zo’n moment moet ingrijpen en de datum moet wijzigen zodat niet iedereen gedwongen wordt zijn agenda aan te passen. Ik ben er van overtuigd dat het aanwijzen van een officiële weigerambtenaar veel (familie) leed kan voorkomen.

maandag 2 september 2013

E-books

Als de opmars van e-books doorzet zal dat slecht zijn voor de zuivelindustrie en goed voor de vissen. Dat betekent dat e-books de verhoudingen in de natuur op zijn kop zullen zetten. Dat is bijzonder omdat koeien geen vis eten en vissen minachtend op koeien neerkijken. Maar voordat ik de vissen gelijk ga geven zal ik eerst uiteenzetten hoe ik aan dit inzicht ben gekomen.
Het is al heel lang bekend dat melk goed is voor de mens. Joris Driepinter liet in het verleden al zien dat 3 glazen melk per dag je in staat stelt om krachttoeren te verrichten. De reden dat Nederlanders veel groter zijn dan Chinezen komt doordat wij veel meer melk drinken (de Chinezen proberen dat nu in te halen door via de firma Fonterra melkpoeder van dubieuze kwaliteit uit Nieuw-Zeeland te importeren, dit is echter gedoemd te mislukken). Maar niet alleen melk helpt, ook de dagelijkse consumptie van vla en yoghurt helpt daarbij. En dat laatste wordt nu bedreigd door de e-books. Je leert vla eten op jonge leeftijd, vanaf het moment dat je zo ongeveer zelfstandig op een stoel kan blijven zitten. Natuurlijk vinden kinderen vla niet altijd even lekker en daarom is de vla-flip uitgevonden: een verstandige combinatie van vla en yoghurt. Dit wordt dan opgediend in een hoog glas waaruit je met een lange lepel de zuivel naar boven haalt. Natuurlijk kunnen die kleine dreumesen daar niet bij, zo’n glas is veel te hoog. Maar daar hebben we iets op gevonden: we stapelen een aantal telefoonboeken op elkaar en zetten de kleine daar boven op. Plotseling is hij/zij op dezelfde hoogte als de volwassenen. Als beloning voor deze ondersteuning wordt het glas met de vla-flip zonder mopperen leeggegeten. Door het afschaffen van het telefoonboek een aantal jaren geleden is deze basis voor de zuivelindustrie al behoorlijk versmald, maar met bijvoorbeeld de verzamelde werken van Gerard Reve onder zijn achterwerk wil de kleine nog steeds wel zijn kunstje vertonen. Mochten de echte boeken in de toekomst echter worden vervangen door e-books dan zal het eten van vla-flips dramatisch afnemen. Ik zie het nog niet gebeuren dat iedereen in het gezin zijn e-reader inlevert en dat deze stapel dan hoog genoeg zal worden om bij het glas te kunnen komen. Het gevolg is dat kinderen niet langer leren om zuivel te eten en dus zal de vraag naar melkproducten kelderen.
Tot zover het eerste deel van mijn stelling. Maar wat hebben e-books nu van doen met vissen? Dat is eigenlijk heel eenvoudig in te zien. Als je echte boeken hebt, dan heb je ook een boekenkast nodig. Ik werd daar onlangs nog weer eens aan herinnerd toen we een nieuw filiaal moesten openen voor onze kookboekencollectie. Een goede boekenkast is duur en daarom ga je in zo’n geval naar IKEA om de zoveelste Billy in huis te halen, de Windows onder de boekenkasten. Natuurlijk kom je dan ook nog met allerlei andere onbedoelde aankopen thuis, maar daar gaat het nu niet om. Als je bij de IKEA hebt afgerekend dan loop je recht in hun hoek met scandinavisch voedsel. Dat kun je dan natuurlijk ook niet weerstaan (alles is goedkoop bij IKEA dus zal het eten ook wel goedkoop zijn - klopt niet). Het lekkerste in deze winkel zijn de haringen in diverse sausen. Dus daar neem je daar een aantal potten van mee want ze zijn per 4 nog goedkoper. Als in de toekomst de echte boeken worden vervangen door e-books dan zal marktplaats overspoeld worden met 2e hands Billies en heb je geen enkele reden om nog naar de IKEA te gaan. En dus zal de consumptie van vis afnemen, waar de vissen weer erg blij mee zullen zijn. Een positieve bijwerking is overigens dat er voor de IKEA geen bestaansrecht meer zal zijn. Eigenlijk zorgt de e-book voor een lawine effect: op zondag staat niemand meer in de file voor de IKEA (positief), maar men verveelt zich dan te pletter (negatief). Daarnaast zullen nog meer stukken van de industrieterreinen leeg komen te staan (negatief) waar we dan gezond voedsel kunnen verbouwen (positief). Schrijvers kunnen geen verhalen meer schrijven in het goedkope restaurant van de IKEA (negatief?) en dat leidt dan weer tot minder e-books (positief!). Etcetera.
Je durft er natuurlijk niet aan te denken, maar het e-book zou er best wel eens voor kunnen zorgen dat de vissen de wereld gaan regeren en de koeien uitroeien door ze te vermalen tot voer voor de vissen. Ik ben er van overtuigt dat ze intellectueel daar toe in staat zijn. En de evolutie is dan weer terug bij af, we zullen vanuit het water het leven weer volledig opnieuw moeten opbouwen.

zaterdag 20 juli 2013

De snelheidsduivel

Het was een fraaie zomerdag, lekker zonnig maar niet met die lome hitte die de zomer zo zwaar kan maken. Op de hoek van de Europaboulevard en de Van Nijenrodeweg zat agent Bakema van de zon te genieten. Nog 2 jaar en dan kon hij gaan genieten van zijn pensioen. Was hij eindelijk verlost van al dat gezeur van commissaris Buitendam dat hij meer bonnen moest schrijven en minder met de mensen moest praten. Hij wist wel dat hij niet meer de snelste was de laatste jaren, zijn leeftijd begon wel mee te spelen. Nee dan vroeger, toen kon je nog eens gezellig in de buurt je ronde doen. Her en der een praatje maken en goed luisteren of er ergens problemen waren.En of Handige Henkie weer eens te diep in het glaasje had gekeken en zijn vrouw Blonde Nel had geslagen. En als je een keer goed werk had gedaan dan mocht je van De Cock bij Lowietje een goed glas cognac gaan drinken. Maar nu zat iedereen achter de computer of had zo'n moderne telefoon bij zich. Alles wat je doet wordt genoteerd en geëvalueerd. Gek word je er van! Vanmorgen nog had hij op zijn donder gekregen omdat hij geen proces verbaal had opgemaakt van die ruzie bij dat gezien in de Feike de Boerlaan. Terwijl hij dat toch maar mooi had opgelost door eens rustig met ze te praten. Daarom moest hij nu de hele middag snelheid controles uitvoeren met zo'n laser apparaat. Terwijl hij zo zat te mijmeren kwam er uit de Europaboulevard een auto aanrijden, een zwarte Opel Zafira met kenteken. De inzittenden, duidelijk 2 studenten, hebben haast. Eigenlijk hadden ze al om 3 uur op hun afspraak met de vertegenwoordiger van Heineken moeten zijn, maar zoals alle studenten kunnen ook zij hun tijd nog niet goed indelen. Daarom besluit de bestuurder nog eens stevig op het gaspedaal te gaan staan om zo de verloren tijd in te halen. Kansloos, maar je probeert alles om de schijn hoog te houden. Op het moment dat ze agent Bakema voorbij scheuren ontwaakt deze uit zijn mijmeringen. "Die zijn er gloeiend bij" zegt hij, hij richt zijn lasermeter en drukt de knop in. Het is 25 juni 15:18. Helaas is Bakema niet meer zo handig met die moderne apparatuur. Het is dan ook een stuk zwaarder dan het dienstwapen waar hij altijd veel beter mee overweg kon. Terwijl hij denkt op de auto te richten, drukt hij af als de lasermeter nog de lucht in wijst. "Kat in't bakkie" zegt Bakema tegen zichzelf, dat is in ieder geval 1 bon. Tevreden sukkelt hij weer in slaap.

Op Schiphol is het al 1 uur geweest als een ouder echtpaar afscheid neemt van de kinderen en op weg gaat naar de vertrekruimte. Ze gaan voor 3 weken naar Ierland om daar van de rust te genieten. Niet dat ze daar aan toe zijn, sinds de kinderen niet meet thuis wonen hebben ze de hele dag rust. Maar je hebt nu eenmaal vakantie en voor de buurt moet je dan wel ergens naar toe gaan. Zonder vakantie verhalen word je toch een beetje meewarig aangekeken. Eigenlijk hadden ze naar China gewild om daarmee de buren voorgoed te kunnen aftroeven, maar daar hebben ze uiteindelijk maar van afgezien, teveel gedoe. Vermoeid sjokken ze naar hun gate waar het wachten begint. Nog een geluk dat het vliegtuig volgens schema vliegt. Precies om 15:00 verlaat het vliegtuig de pier en begint naar de startbaan te taxiën. Zonder problemen stijgt het op om koers te zetten naar Dublin. Als ze net opgestegen zijn zegt de vrouw tegen de man: "Ik hoop maar dat ze geen gekke dingen uithaalt met onze auto, na deze vakantie hebben we voorlopig geen geld om een nieuwe te kopen. En die studie kosten stijgen ook weer ieder jaar". Het is 15:18 en beneden zich zien ze een rode lichtflits.

Wanneer Bakema aan het einde van de middag zijn snelheidsmetingen bekijkt ziet hij dat hij maar 1 overtreding heeft gescoord: Een snelheid van 663 km/uur om 15:18. Hij schrikt, dat kan niet kloppen, zo hard kan de auto niet gereden hebben. Maar als dit geen overtreding is dan heeft hij helemaal niets deze middag en dat zal Buitendam nooit accepteren. Maar als hij hier nu eens 63 km/uur van maakt, dan zal niemand het opvallen dat er iets is fout gegaan. Hij haalt een potje Tipp-Ex uit zijn zak. Jaren geleden heeft hij eens een fout gemaakt bij de bestelling en daardoor 20 potjes gekregen in plaats van 2. Ze zijn wel wat ingedroogd, maar er zit nog genoeg in om een 6 te laten verdwijnen. Zo dat klusje is geklaard, Bakema gaat met een opgelucht gevoel naar huis.

Als het oudere echtpaar na hun vakantie weer terugkomt staat er nog maar 1 van de kinderen hen op te wachten. Met hun laatste energie slepen ze hun koffers achter zich aan de trein in. Thuis zien ze een brief liggen van het Centraal Justitieel Incassobureau. Hun auto heeft een bekeuring gekregen vanwege te hard rijden. De man laat zich in zijn stoel vallen. De vrouw zucht en zegt: "Laat haar dat maar terugbetalen door hier in huis alles te komen schoonmaken". Dat is het laatste dat ze die avond nog tegen elkaar zeggen.

"Zeg Bakema, heb jij soms vliegtuigen zitten spotten?" vraagt Keizer aan Bakema.
"Hoezo?" vraagt Bakema verbaasd.
"Ik zie dat er iemand 663 km/uur heeft gereden, dat is zo ongeveer de snelheid van een opstijgend vliegtuig boven Amsterdam". Keizer laat hem de gegevens op zijn computer scherm zien.
" Nee hoor, ik heb een bon uitgeschreven voor 63 km/uur. Dus dat kan niet kloppen", zegt Bakema terwijl hij zich het zweet van het voorhoofd wist.
"Nou daar zijn ze dan mooi mee weggekomen" lacht Keizer.
Nog twee jaar en dan kan hij eindelijk van zijn pensioen gaan genieten.

zondag 13 februari 2011

Sparen loont

Lang geleden was er eens een kaboutergezinnetje, ergens in Nederland. Ik zal niet verklappen waar, anders gaan jullie er allemaal naar toe, vooral de mensen die zeggen niet in kabouters te geloven. Papa kabouter besloot op een zekere dag zijn kinderen geld te geven. Nou ja, niet zomaar te geven, ze moesten het geld gaan beleggen in aandelen of op een andere manier zien dat het zich zou gaan vermeerderen. Hij gaf zijn kaboutertjes 580 euro. Dat was heel veel in die tijd, de euro was nog maar net ingevoerd.

Het oudste kabouterkindje vond het maar eng, ze durfde geen risico te nemen. Maar ze wilde ook andere kabouters in arme landen helpen. Dus besloot ze om het geld in het ASN-NOVIB fonds te stoppen, waarvan een deel van de rente naar projecten in arme kabouterlanden gaat. Zij heeft nu 764,10 euro op haar rekening.

Haar broertje zag meer in olie, want dat wordt schaars en dan wordt het heel erg duur. Bovendien wilde hij later graag in een grote paddestoel wonen met een cabauto voor de deur. Hij heeft zijn geld belegd in Kabouter Olie en die aandelen zijn nu nog 494,60 euro waard.

Het jongste kaboutertje begreep er nog niet zo veel van, zij dacht alleen nog maar aan eten. Voedsel hebben mensen altijd nodig dacht ze. Daarom investeerde zij in aandelen Ahold. Die aandelen zijn samen nu nog 138,26 euro waard.

Na al die jaren vindt de kabouter papa dat het nu tijd om eens te kijken wat je kunt leren van de verschillende manieren waarop je je geld kunt besteden. Dat is nogal wat:

1) Voedsel is niet belangrijk. Wij hebben een geweldige overvloed aan eten en daar betalen we eigenlijk niets meer voor. Daarom willen bedrijven die in voedsel handelen steeds groter worden en dan verliezen ze veel geld. Vooral de CEK (Chief Executive Kabouter) van Ahold wilde zelf veel geld hebben en daarom heeft hij een beetje gelogen. Hiervan is het kleinste kaboutertje de dupe geworden. Het zijn altijd de kleine kaboutertjes die worden gepakt.

2) Er is meer dan genoeg energie, dus de olie is niet zoveel waard. Bovendien keek de CEK van Kabouter Olie met een scheef oog naar de CEK van Ahold. Toen besloot hij zich ook iets groter te maken dan hij was. En dus vertelde hij aan alle kabouters dat hij heeeeeel veel olie bezat. Toen ze er achter kwamen dat dit niet helemaal waar was vroegen ze hun geld terug en verloor Kabouter Olie veel van zijn waarde. Het kabouter jongetje moest daar een beetje om huilen maar weet nu dat de paddestoelen niet tot in de hemel groeien.

3) En dat kabouter meisje dat anderen zo graag wilde helpen heeft het goed gedaan. Ze heeft niet alleen anderen geholpen, maar ook zich zelf. Zo zie je maar: wie goed doet goed ontmoet.

De wijze les die de kabouter papa zijn kinderen nu leert is dat ieder jaar een klein stapje vooruit na veel jaren een grote stap is. Snelle spoed is zelden goed. Als je dus veel geld wil hebben moet je je kapitaal op een renterekening zetten en geduldig wachten dan groeit het vanzelf.
Als papa kabouter dat vroeger had geweten, dan had hij niet zijn hele vermogen in aandelen gestopt.......

zondag 25 juli 2010

Voorbereidingen

Het is altijd weer een grote stress: het voorbereiden op de vakantie. Waar ga je naar toe, wat neem je mee en vooral: wat mag je niet meenemen. Dit jaar is het extra lastig want we gaan niet ver weg. Als je met het vliegtuig naar bijvoorbeeld Thailand gaat dan is het inpakken niet zo moeilijk, want er mag maximaal 20 kg bagage mee. Maar als je zo'n 200 km verderop gaat en je bent maar met z'n tweeën in een fatsoenlijke auto dan is het dus heeeel erg moeilijk om te beslissen wat je thuis laat. Neem ik bijvoorbeeld dat boek van Dolf Jansen nou wel of niet mee. En neem ik het dunne italiaanse woordenboek mee of de dikke van Dalen. Dat zijn dus grootse dilemma's waar je bijkans behoorlijk van in de stress kan schieten. Nu zul je zeggen: laat dat italiaanse woordenboek maar thuis want dat heb je in Nederland niet nodig. Ik wil mij echter deze vakantie goed voorbereiden op onze vakantie in Italië. Dus het woordenboek gaat mee. Samen met diverse andere goede voornemens die ook enkele kilo's zwaar zijn. Voorlopig heb ik nog een paar uur om de belangrijkste beslissingen over de bagage te nemen. Morgenvroeg is het dan zover en gaan we op reis. Ik vrees dat ik vanacht vanwege de opwinding geen oog dicht zal doen.