Wie verre reizen maakt kan veel verhalen. Dat werd zo'n 30 jaar geleden nog gezegd als iemand een reis had gemaakt. En dat klopte toen ook, want als iemand in die tijd naar bijvoorbeeld Italië was gereisd dan kwam hij altijd met veel verhalen terug. Hij (vrijwel nooit een zij) beleefde iets, kwam onderweg bijzondere mensen tegen, had een avontuur meegmaakt, kortom hij wist je altijd wel een verhaal te vertellen. Maar geldt dat nu ook nog? Ik bedoel, als iemand 4 weken op de Maladiven is geweest, weet zo iemand dan meer te vertellen dan iemand die, pak hem beet, naar Texel is geweest? Het reizen is tegenwoordig zo eenvoudig en goedkoop geworden dat 4 weken op de Maladiven even eenvoudig is geworden als 4 weken op Texel. En dan is het soms aangenamer om te luisteren naar de verhalen over Texel dan de verhalen over de Maladiven. Neem bijvoorbeeld Jan Wolkers. Hij wist veel leuker te vertellen over zijn achtertuin op Texel dan de doorsnee badgast op de Maladiven. Dat heb ik onlangs nog weer eens kunnen beluisteren op de tentoonstelling over Wolkers in de Lakenhal in Leiden. Naast verteller was hij ook nog een zeer verdienstelijk schrijver, beeldhouwer en schilder. Waarmee ik maar wil zeggen dat je niet ver weg hoeft te gaan om een boeiend verhaal te kunnen vertellen.
Daarover zat ik zo te mijmeren toen ik iets wilde opschrijven over mijn reiservaringen in Japan. De eerste keer dat je in een land komt zie je de grote atracties, zoals tempels, kastelen, etc. Maar als je het land vaker bezoekt krijg je steeds meer oog voor kleine details, kleine dingen die daar anders zijn dan bij ons. En in verband met Japan wil ik het eens hebben over het "gemak". Dat is natuurlijk niet een geliefd onderwerp van gesprek, maar ik zal het netjes houden. Vroeger was men in Japan primitief vergeleken bij ons in Europa. De behoefte werd in de goot gedaan of in een gat in de grond waar je gehurkt boven zat. Maar zoals we weten is Japan in snel tempo gemoderniseerd en dat geldt ook voor alles rondom de stoelgang. Bovendien zijn de Japanners heel erg goed in het toepassen van electronische snufjes. Daardoor is een bezoek aan het kleine kamertje in Japan nu heel wat moderner dan bij ons. En ik zal dat toelichten aan de hand van de volgende foto:

Als je gaat zitten begint de apparatuur te werken, dat hoor je doordat er een straaltje water ergens gaat lopen en doordat je een zacht zoemend geluid hoort. De eerste keer dat je gaat zitten hoor je dat natuurlijk niet, want dan ben je vreselijk verrast doordat de bril verwarmd is, bijzonder aangenaam. Je kunt de temperatuur van de bril overigens instellen tussen warm en lauw. Met de andere knoppen moet je voorzichtig zijn. De experimenten die ik nu beschrijf kun je beter doen zonder kleren aan, of in badpak. Als het lampje bij preparation niet meer knippert kun je de knop "shower"proberen. Je wordt dan van onderen schoongespoten, de sterkte waarmee dat gebeurt kun je instellen met de knop aan de rechterkant. De knop "stop" is wel handig als je wil dat het ook weer ophoudt. Als je namelijk gaat staan zonder op stop te drukken, kun je gaan dweilen. Er is ook nog een knop "bidet", die is voor de dames bedoeld. Deze knop is afwezig in het herentoilet. Mijn persoonlijk ervaring met deze spoelbeurt is dat het nog kriebelt. Of je schoon word hangt volgens mij af van de grootte van de boodschap. Als je ter controle nog wil navegen is dat lastig, want het papier wordt nat.
Verder wil ik de aandacht nog even vestigen op de gebruiksaanwijzing en met name de waarschuwingen. Naar goed amerikaans gebruik hebben de japanners ook allerlei juridisch verzekeringsteksten aangebracht:
Mocht je baby dus op de bril willen klimmen, zorg er dan voor dat de temperatuur op de laagste stand staat. En verder mag je natuurlijk niet met vieze schoenen op de bril gaan staan.
Goed, zoals ik al zei, als je vaker in een land komt zie je ook de kleine verschillen. Dit is er zo één. De volgende keer zal ik weer gewoon verhalen vertellen over tempels en kastelen.