dinsdag 24 februari 2009

Nijo Castle



Zoals ik in mijn vorige blog al zei ga ik nu iets vertellen over een kasteel. Het gaat om Nijo Castle in Kyoto. Kastelen in Japan zien er iets anders uit dan de kastelen die wij in Europa uit de middeleeuwen kennen. Maar ook in Japan is een kasteel een verdedigbare plaats. Dat kun je zien aan zijn plattegrond:




Natuurlijk heeft ook dit kasteel een gracht en een ophangbrug. Als je daarover naar binnen loopt dan kom je op een binnenplaats. En daar staan een aantal zeer vriendelijke dames die (zeggen ze) in alle talen gratis uitleg geven over het kasteel en een rondleiding geven. Wij hebben natuurlijk de mooiste uitgezocht en engels als taal gekozen. Logisch, met twee Duitsers, een Deen en een Nederlander. En inderdaad sprak onze gids uitstekend engels, al verontschuldigde ze zich regelmatig dat haar engels zo slecht was. Tja, het blijven Japanners.


Allereerst de ingangspoort. Daarop zijn een aantal vogels te zien, het symbool van de Ninja die hier heeft gewoond.


Verder is het kasteel van hout. Je mag naar binnen (schoenen uit trekken) en daar vertelt de gids bij iedere kamer wat daar aan de hand was. Helaas mag je binnen geen foto's maken. Het kasteel had vroeger 3 wachtruimtes voor bezoekers. Waar je moest wachten hing af van je rang. Het gewone volk ging naar een wachtruimte met een sobere schildering. Was je belangrijker dan ging je naar een wachtruimte met een fraaie boomschildering op de wand. En was je van adel dan mocht je wachten in de ruimte met prachtige schilderingen van goudverf met tijgers. Men zat overigens op de grond en verder was de ruimte ook behoorlijk kaal. Zelfs de ruimtes van de familie waren kaal, als er werd gegeten dan kregen ze een tafeltje met eten waar ze aan gingen zitten. Na het eten werden de tafeltjes weer weg gehaald. Verder moet het vroeger behoorlijk koud zijn geweest in dit paleis. Wij waren er in januari en van het rondlopen op sokken kreeg ik behoorlijk koude voeten. Vroeger werd er nauwelijks gestookt in de winter.


Een andere bijzonderheid waar de gids met trots over vertelde is dat de houten vloer behoorlijk piept als je er over loopt. Nu zul je denken, kunnen die Japanners met hun verfijnde technieken geen fatsoenlijke vloer maken? Natuurlijk kunnen ze dat, maar dat piepen heeft een reden. Als er vroeger een inbreker 's nachts het paleis binnen sloop dan werd iedereen wakker door dat piepen van de vloer. Eenvoudig, maar effectief.


Je mag binnen dus geen foto's maken. Ook daarvoor is weer een (typisch Japanse) reden. Japanners vinden hun kamers niet echt boeiend en dat klopt ook wel. Waar de Europese kastelen vaak rijk gedecoreerd zijn en vol staan met prachtige meubels, heeft Nijo Castle alleen een prachtige wandschildering, maar verder geen meubels etc. Dus niet interessant om foto's te maken zeggen de Japanners. Nee, voor de Japanner is de tuin het belangrijkste onderdeel van het huis en daar maak je dus foto's van.


En ik moet toegeven, de tuinen in Japan zijn veel mooier dan elders in de wereld. Ze worden dan ook met een nagelschaartje bijgehouden. En natuurlijk zijn er meestal leuke vijvers met vissen.


Zoals gezegd heeft het kasteel ook een muur er om heen en op de hoekpunten is een verhoging zodat ze goed in de gaten konden houden wat er buiten de gracht gebeurde. Vanuit dat punt heb je een goed overzicht over het paleis. Ook zie je dat het een oase van groen is tussen de flats van Kyoto.

Net als in Nederland heeft ook de Japanse jeugd veel interesse in hun geschiedenis. En ze houden natuurlijk ook van de prachtige tuinen. Dus ook zij gaan aan het einde van de dag voldaan en gelukkig naar huis!


maandag 9 februari 2009

Het toppunt van luxe

Wie verre reizen maakt kan veel verhalen. Dat werd zo'n 30 jaar geleden nog gezegd als iemand een reis had gemaakt. En dat klopte toen ook, want als iemand in die tijd naar bijvoorbeeld Italië was gereisd dan kwam hij altijd met veel verhalen terug. Hij (vrijwel nooit een zij) beleefde iets, kwam onderweg bijzondere mensen tegen, had een avontuur meegmaakt, kortom hij wist je altijd wel een verhaal te vertellen. Maar geldt dat nu ook nog? Ik bedoel, als iemand 4 weken op de Maladiven is geweest, weet zo iemand dan meer te vertellen dan iemand die, pak hem beet, naar Texel is geweest? Het reizen is tegenwoordig zo eenvoudig en goedkoop geworden dat 4 weken op de Maladiven even eenvoudig is geworden als 4 weken op Texel. En dan is het soms aangenamer om te luisteren naar de verhalen over Texel dan de verhalen over de Maladiven. Neem bijvoorbeeld Jan Wolkers. Hij wist veel leuker te vertellen over zijn achtertuin op Texel dan de doorsnee badgast op de Maladiven. Dat heb ik onlangs nog weer eens kunnen beluisteren op de tentoonstelling over Wolkers in de Lakenhal in Leiden. Naast verteller was hij ook nog een zeer verdienstelijk schrijver, beeldhouwer en schilder. Waarmee ik maar wil zeggen dat je niet ver weg hoeft te gaan om een boeiend verhaal te kunnen vertellen.

Daarover zat ik zo te mijmeren toen ik iets wilde opschrijven over mijn reiservaringen in Japan. De eerste keer dat je in een land komt zie je de grote atracties, zoals tempels, kastelen, etc. Maar als je het land vaker bezoekt krijg je steeds meer oog voor kleine details, kleine dingen die daar anders zijn dan bij ons. En in verband met Japan wil ik het eens hebben over het "gemak". Dat is natuurlijk niet een geliefd onderwerp van gesprek, maar ik zal het netjes houden. Vroeger was men in Japan primitief vergeleken bij ons in Europa. De behoefte werd in de goot gedaan of in een gat in de grond waar je gehurkt boven zat. Maar zoals we weten is Japan in snel tempo gemoderniseerd en dat geldt ook voor alles rondom de stoelgang. Bovendien zijn de Japanners heel erg goed in het toepassen van electronische snufjes. Daardoor is een bezoek aan het kleine kamertje in Japan nu heel wat moderner dan bij ons. En ik zal dat toelichten aan de hand van de volgende foto:


Als je gaat zitten begint de apparatuur te werken, dat hoor je doordat er een straaltje water ergens gaat lopen en doordat je een zacht zoemend geluid hoort. De eerste keer dat je gaat zitten hoor je dat natuurlijk niet, want dan ben je vreselijk verrast doordat de bril verwarmd is, bijzonder aangenaam. Je kunt de temperatuur van de bril overigens instellen tussen warm en lauw. Met de andere knoppen moet je voorzichtig zijn. De experimenten die ik nu beschrijf kun je beter doen zonder kleren aan, of in badpak. Als het lampje bij preparation niet meer knippert kun je de knop "shower"proberen. Je wordt dan van onderen schoongespoten, de sterkte waarmee dat gebeurt kun je instellen met de knop aan de rechterkant. De knop "stop" is wel handig als je wil dat het ook weer ophoudt. Als je namelijk gaat staan zonder op stop te drukken, kun je gaan dweilen. Er is ook nog een knop "bidet", die is voor de dames bedoeld. Deze knop is afwezig in het herentoilet. Mijn persoonlijk ervaring met deze spoelbeurt is dat het nog kriebelt. Of je schoon word hangt volgens mij af van de grootte van de boodschap. Als je ter controle nog wil navegen is dat lastig, want het papier wordt nat.

Verder wil ik de aandacht nog even vestigen op de gebruiksaanwijzing en met name de waarschuwingen. Naar goed amerikaans gebruik hebben de japanners ook allerlei juridisch verzekeringsteksten aangebracht:

Mocht je baby dus op de bril willen klimmen, zorg er dan voor dat de temperatuur op de laagste stand staat. En verder mag je natuurlijk niet met vieze schoenen op de bril gaan staan.


Goed, zoals ik al zei, als je vaker in een land komt zie je ook de kleine verschillen. Dit is er zo één. De volgende keer zal ik weer gewoon verhalen vertellen over tempels en kastelen.